Elke werknemer bouwt door te werken zijn vakantiedagen en dus het recht op vakantie op. Het wettelijke minimum vakantiedagen per jaar is 4 maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Voor een fulltime baan komt dit dus neer op ongeveer 20 dagen per jaar. In de CAO of individuele arbeidsovereenkomst is meestal een andere regeling opgenomen die gunstiger is voor de werknemer. Deze vakantiedagen worden bovenwettelijke vakantiedagen genoemd. Als de werknemer deze vakantiedagen opneemt, is de werkgever verplicht om het loon door te blijven betalen.
Maar hoe om te gaan met ziekte in combinatie met vakantie? Er zijn twee situaties mogelijk:
- De werknemer wordt ziek tijdens zijn vakantie.
- Ziektedagen worden aangemerkt als zijnde vakantiedagen.
Indien de werknemer ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan geldt dat deze niet als vakantiedagen worden aangezien als deze vakantie al op voorhand was vastgesteld. Eventueel kan anders overeengekomen worden, maar dit moet in een schriftelijke overeenkomst zijn vastgelegd. Als de dagen waarop een werknemer ziek is toch als vakantiedagen worden aangezien, mag dit enkel voor bovenwettelijke vakantiedagen. Het wettelijk minimum blijft dus altijd vakantiedagen en krijgt de werknemer later gecompenseerd als hij tijdens deze vakantiedagen ziek was.
Andersom is ook mogelijk. Een werknemer wordt ziek en deze dagen worden om die reden aangezien als vakantiedagen. Dit is enkel mogelijk wanneer aan twee voorwaarden wordt voldaan. Deze afspraak moet vastgelegd zijn in een schriftelijke overeenkomst of moet de instemming hebben van de werknemer. De tweede voorwaarde is dat het ook in dit geval enkel mag wanneer het gaat over bovenwettelijke vakantiedagen.