Verwijtbare werkloosheid is een belangrijk begrip als het gaat om aanspraak maken op de WW-uitkering. Als de werkloosheid van een werknemer namelijk verwijtbaar is aan hemzelf, vervalt zijn recht op een WW-uitkering.
Er zijn twee situaties aan te wijzen waarin er sprake is van een verwijtbare werkloosheid.
- Als de werkloosheid is ontstaan door een dringende reden (meestal een ontslag op staande voet) waarbij de werknemer een verwijt gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld als de werknemer iets heeft gestolen op het werk en daarom op staande voet wordt ontslagen, dan is er sprake van een verwijtbare werkloosheid en vervalt zijn recht op een WW-uitkering.
- Ook als de werknemer zelf zijn ontslag heeft ingediend zonder dat er zodanige bezwaren waren tegen het in dienst blijven, wordt de werkloosheid gezien als verwijtbaar. Als het initiatief voor het ontslag vanuit de werkgever kwam en de werknemer hiermee instemde, is er geen sprake van verwijtbaarheid en behoudt de werknemer zijn recht op de WW-uitkering.
Deze definitie van het begrip verwijtbare werkloosheid is van kracht vanaf 1 oktober 2006.