Ontslag op staande voet is een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijk ingang. In tegenstelling tot andere vormen van ontslag hoeft er geen opzegtermijn gehanteerd te worden en is er geen toestemming van het UWV/Werkbedrijf nodig. Een ontslag op staande voet is enkel mogelijk wanneer daarvoor een dringende reden is.
Voorwaarden van ontslag op staande voet
Zoals hierboven al genoemd, is de belangrijkste voorwaarde van een ontslag op staande voet dat daarvoor een dringende reden is. Een dringende reden is bijvoorbeeld diefstal, bedrog, dronkenschap op de werkvloer, mishandeling of grove belediging. Er moet dus sprake zijn van zodanige eigenschappen of gedraging van de werknemer dat het voor de werkgever niet haalbaar is om de arbeidsovereenkomst te laten bestaan. Andersom geldt ook dat het voor de werknemer niet meer haalbaar moet zijn om nog voor de werkgever te blijven werken, om ontslag op staande voet te kunnen nemen.
Een tweede voorwaarde aan ontslag op staande voet is dat de dringende reden medegedeeld moet worden aan de andere partij. Dit dient immers als grond waarop het ontslag op staande voet wordt gegeven en het is dan ook niet meer dan logisch dat deze reden in een later stadium niet meer herzien mag worden.
De derde voorwaarde van een ontslag op staande voet is dat het ontslag onverwijld gegeven moet worden. Binnen zo kort mogelijke tijd nadat de dringende reden zich heeft voorgedaan (of werd geconstateerd) moet het ontslag worden gegeven. Als er langer dan nodig wordt gewacht, is een ontslag op staande voet niet meer mogelijk, want de noodzaak is dan achterhaald.